Een middag op stap met mijn dementerende vader

Aan het eind van de ochtend haalde ik mijn vader op uit het verpleeghuis waar hij nog niet zo lang woont en zouden we gezellig op visite gaan bij mijn moeder. De woning waar hij altijd gewoond heeft. Dit was de eerste keer na na zijn verhuizing dat hij daar weer kwam. Aansluitend zouden we bij de dagopvang langs gaan waar hij voorheen naartoe ging. Toen ik het verpleeghuis in liep zat mijn vader in de kring, tussen lotgenoten. Ze hadden een stok in hun handen waar mee ze de strandballen naar elkaar konden slaan. Ik liep naar mijn vader en tikte op zijn schouders, als een klein kind zo verrast begroette hij me. Hij was blij dat ik hem kwam halen. Ik zette zijn rollator klaar en de vrouw naast hem trok me aan mijn arm, ze zei "is dat mijn rollator? Die heb ik nodig". "Nee mevrouw deze rollator ernaast is van u", zei ik. "Oh gelukkig" antwoordde ze gerustgesteld. "En komt u mij zo ook halen? Ze hing al half uit haar stoel om met me mee te lopen. "Nee niet ik, maar er komt straks wel iemand anders u ophalen" verzon ik ter plekke. Er verscheen een glimlach op haar gezicht, ze was zichtbaar opgelucht.

 

Het was een kort autoritje naar mijn moeder, met vooral een hoop werk! Rollator in de auto tillen, de rolstoel bij mijn moeder halen (ze woont in een flat) om mijn vader daar vervolgens in te zetten. Hij is slecht ter been en kan nauwelijks bewegen. Maar gelukkig kán hij nog bewegen en kan hij daarom nog mee. Eenmaal aan de koffie vroeg hij om de zoveel minuten "ben ik hier eerder geweest? Heb ik hier gewoond?". Op een gegeven moment zag ik een blik in mijn vaders ogen en dacht ik te zien dat hij het wéér ging vragen. Dus snel stelde ik dit keer zelf de vraag "heb ik hier gewoond?" Hij keek me aan en begon te lachen, want inderdaad ik betrapte hem onverwacht op die vraag, hij wilde hem net toevallig gaan stellen. Veel meer zinnigs kwam er die middag niet uit, hij was alleen bezig met wat hij herkende en met wat hij allemaal niet herkende, dat hij van zijn situatie niets begreep en dat oud zijn niet meevalt. En als ik met mijn moeder te lang in gesprek was dan leek hij al snel af te dwalen naar dromenland en vielen zijn ogen dicht, want hij kon het allemaal niet volgen. Maar we zaten hier voor hem dus dat liet ik niet te vaak gebeuren. Mijn moeder zag dat niet. Na een boterhammetje gegeten te hebben zijn we koffie gaan drinken bij de dagopvang. Hij herkende het daar niet echt, maar dat mocht de pret niet drukken, want hij was een dagje op stap. Het was allemaal best vermoeiend en voordat hij in slaap viel zette een van de begeleiders hem snel tussen de andere leeftijdgenoten achter het bord Rummikup. Met hulp kon hij even meespelen. Eenmaal terug in het verpleeghuis dacht ik hij zal wel moe zijn en naar zijn kamer willen, maar nee hoor hij wilde gezellig  in de woonkamer gezet worden tussen de andere bewoners. Vlak voor ik naar huis ging vroeg ik hem of hij een fijne dag gehad had. Hij keek me een beetje ongemakkelijk aan en zijn antwoord was "Geen idee, heb ik wat gedaan vandaag?'

 

Op de terugweg naar de uitgang kwam ik op de gang een leidster van de gesloten afdeling tegen met een dementerende vrouw aan haar zijde. Ik moest haar wat vragen en terwijl we stonden te praten zag ik dat de oude dame wat wankel op haar benen stond dus pakte ik automatisch haar andere hand vast. Na een paar minuten zetten we haar op het bankje dat vlakbij ons stond. De vrouw liet mijn hand niet los en gaf me een paar lieve handkusjes. Zo vertederend. Respect voor de mensen die met ze werken! Toen ik moe in de auto terug naar huis reed vroeg ik me teleurgesteld af of ik alles voor niets ondernomen had. Maar diep in mijn hart wist ik wel beter, hij had genoten in het moment en was weer dankbaar zoals altijd. In het verkeer gingen mijn gedachten alle kanten op en realiseerde ik me dat ik nu weer in een andere wereld terecht was gekomen, die van het snelle verkeer. Waar ook iedereen in zijn eigen wereldje leeft. En hoop ik dat de meeste mensen zich realiseren wat ze nog allemaal kunnen, gewoon omdat het kan.